Weg van het verdriet

Ik twijfelde nog of ik wel zou gaan ‘je bent gek’ zei een stem in mij, maar ik ging toch. Voor de derde keer op een rij fietste ik naar de Imbosch, een gebied dat het Rozendaalse veld begrenst in het Noorden, waar ik graag bessen pluk, vossenbessen. Vanuit de Sonsbeeksingel de Apeldoornseweg op, voorbij het Sonsbeekpark inclusief de brug over de Cattepoelseweg, tot aan de Braamberg is het een flinke klim. Van daaruit lijkt het mee te vallen maar dat is vals plat, de brug over de Wagnerlaan, tot de Weg achter het bos, voorbij Moskowa en benzinestation ‘bonjour’ fiets ik gestaag omhoog. Dan wordt het wat rustiger op de weg die inmiddels zes banen telt, nog een brug, over de Schelmseweg, dan kom ik in de buurt van snelwegen, eerste afslag naar de A12, daarna de A50. Daar is ook de Carpoolplek, en de Rosendaelse Golfclub in het glooiende landschap dat zich voor me uitstrekt. De Apeldoornseweg loopt door naar het Noorden terwijl het meeste verkeer al is afgeslagen, net als het fietspad dat berg-op-berg-af gaat, langs het Nationale Verstrooigebied Delhuyzen. Daar neem ik de tweede ingang, bij het Monument voor het Onbekende Kind, een groep zwerfkeien die verzameld zijn uit diverse landen waar veel kinderen zijn omgekomen. Ik neem de Via Dolorosa, Weg van het verdriet, een landweg met een verhard fietspad door het gebied waar veel sporen te zien zijn van wilde dieren. Zwijnen wroeten graag langs de randen van het asfalt, uitwerpselen van Schotse Hooglanders, tot het einde toe. Daar kom ik aan bij het Rozendaalse veld en hier houdt de routebeschrijving op vanwege de adembenemende weidsheid van het landschap dat voor me ligt, en de stilte. Dan ben ik er nog niet, bij het bos waar ik de vossenbessen ga plukken maar hier, voorbij deze weg begint het spirituele deel van de fietstocht die zo’n 30 meter vóór een zeker bankje ten einde loopt. Daar zoek ik het olifantenpaadje op, van het pad af en daar begint het vossenbessenbos. Eerst nog een zandweg oversteken en dan via een bospad het bos inlopen waar de bessen staan. Ze zijn allemaal rijp tot overrijp deze keer, nauwelijks nog een lichtrode bes of een bloesempje te zien, hoogste tijd om de buit binnen te halen.

Hier staan zwerfkeien, belegd met kleine witte steentjes die men erop achterlaat.

Vervolg Vossenbessen

Mijn CV

Een landweg, bezaaid met Keien

Ik heb de verlammende werking van pesten aan den lijve ondervonden: als kind veelvuldig mishandeld op straat, het schoolplein of bij het zwembad door jongens, en meisjes. Schelden, buitensluiten, belachelijk maken, en bespringen, vanwege mijn afwijkende uiterlijk. Dat ik vooral niet mocht denken dat ik ooit zou slagen in mijn leven. Dit speelde zich af nadat wij naar het dorp Losser verhuisden, toen ik vijf jaar oud was. Voor mij was het een drijfveer om op school goed mijn best te doen, zodat ik daar weg kon om aan de universiteit te studeren, wat toen nog niet – behalve de TU – mogelijk was in Twente. Eenmaal in Nijmegen hield het niet op, het getreiter, ik werd eenzaam, ging naar de kunstacademie in Arnhem. Daar heb ik mijn geluk gevonden, ben gebleven tot op de dag van vandaag. Het is me niet gelukt om een reguliere baan te vinden, hoewel ik heel wat pogingen gedaan heb, in de Cultuur-, Zorg- & Welzijnssector, en een goed mens probeer te zijn. Mijn CV is als een landweg met gaten – donkere periodes – bezaaid met keien – artistieke prestaties – waar ik trots op ben. Ik weet inmiddels wat ik waard ben en wat mijn wapens zijn.

Werk van houthakkers in Boschveld – landgoed in Oosterbeek

Curriculum Vitae

C V ervolg

HAIKU S

Op een rij

Vertrouwen

Ik werk

Rijst

Deze week heb ik de laatste aflevering van de kennisquiz 2 voor 12 van dit seizoen teruggekeken. Daarin maakte Astrid Joosten – presentatrice – terloops een opmerking over het koken van rijst, in ruim water vanwege het gehalte aan arseen. Dat bleef hangen bij mij want ik eet vaak rijst, met groente. De volgende dag zag ik een dode zwarte rat liggen langs het bospad richting het Zypse veld. Pas ’s avonds ging er een belletje rinkelen bij mij en begon ik te speuren op het internet. Ja hoor, arsenicum, ook wel bekend als rattengif blijkt rijkelijk in de bodem aanwezig te zijn als gevolg van het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw. Rijst heeft de eigenschap om zich met het gif te verbinden, en daarom is het verstandig om de rijst in ruim water te koken. Het scheelt 80% van het arseen in het eten.

Ik maak graag Pilaf, waarbij ik groentes aanbak, blus met water en rijst toevoeg tot alle vocht is opgenomen. Of ik kook de – vaak bruine – rijst apart in precies voldoende water zodat alles wordt opgenomen en je geen rijstwater hoeft weg te gooien. Dat is blijkbaar gevaarlijk voor je gezondheid terwijl je denkt dat je goed bezig bent. Ik heb het verschil opgezocht tussen bruine en witte rijst en tussen biologische en die-biologische rijst opgezocht, althans wat er over bekend is. Blijkt dat de verschillen klein zijn en lees ook dat rijstwafels gevaarlijk zijn, voor kinderen! Dat terwijl ik veel rijstwafeltjes heb gegeten met kinderen na school, met pindakaas of appelstroop, en wederom dacht dat het goed was. Wat een nachtmerrie en waarom wist ik het niet, wat Astrid Joosten wel wist te vertellen?

Er is geen informatie te vinden over rijst als product van de biologisch-dynamische landbouw, mijn favorite leverancier. Je zou verwachten dat deze rijst ‘schoon’ is omdat er geen bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, op akkers die nooit zijn bestreden met landbouwgif. De prijs verschilt nogal maar die betaal ik, om bij te dragen aan een gezondere leefomgeving. Het schijnt dat andere granen zich minder binden aan arseen, zoals tarwe of boekweit, gerst of haver. Arseen komt ook van nature voor in de bodem, heb ik gelezen, en dat we er niet omheen komen. Het verschil tussen biologisch en biologisch-dynamisch zal het doen, schat ik, nog een dingetje dat niet aan de grote klok wordt gehangen omdat de bedrijven daar niet zo blij van worden. Biologisch verkoopt namelijk goed.

Bloeiend braambosje

Gelukkig zijn er bosvruchten en andere geschenken uit de natuur, rijk aan
antioxidanten. De bramen doen het dit jaar bijzonder goed.

Boom planten

Op zondag 27 februari hebben wij – het Buurt Groen Bedrijf met wel 100 vrijwilligers – extra bomen geplant in de Steenstraat. De straat – bekend van Monopoly – was iets te stenig geworden na de herinrichting. Het idee van ‘shared space’ was bovendien uit de hand gelopen: zonder verkeersregeling met de bedoeling dat alle gebruikers op elkaar letten. Er werd over stoepen gereden en geparkeerd door automobilisten, wat mogelijk was door de flauwe overgangen, en er was sprake van hitte-stress. De nieuwe amberbomen groeien gestaag, maar zijn niet met genoeg, vandaar deze actie.

Van tevoren waren de gaten al gegraven en gevuld met vruchtbare aarde, bomen werden afgeleverd inclusief wilgentenen. Alles werd afgeschermd met behulp van rood-witte hekken. Die werden op de dag zelf gebruikt door een aantal vrijwilligers dat het verkeer regelde, waaronder een man die mij aan iemand deed denken: Joop van de Ende. Elk team werd voorzien van soep met brood en zo kwam het contact met team 4 tot stand. Zag ik daar Mark Rutte in een broodje happen, die bij ons kwam buurten? Cathelijne Bouwkamp, wethouder namens Groen Links was in elk geval aanwezig.

Maar liefst 10 bomen zijn erbij gekomen, met ruime boomspiegels en planten die zijn afgeschermd door gevlochten wilgentenen. De ijzeren hekwerken rondom de bestaande bomen zijn verwijderd en ook voorzien van ruimte voor planten. Ik fiets of loop elke dag langs de Prunus cerasifera ‘Nigra’ – rode Kerspruim – die wij – team 3 – daar hebben geplant, tegenover de winkel voor kunstenaarsbenodigdheden Gerstaecker, op de 120ste geboortedag van mijn oma Gezina Fischer-Damhuis. Het boompje is meteen gaan bloeien, net als enkele takken die nu bij mij in de keuken op de vaas staan.

Zie https://mijnspijkerkwartier.nl/berichten/bomen-planten-steenstraat

Uitzicht

Het Herikhuizerveld is de oorspronkelijke naam van de Posbank, in het zuiden van het schitterende Veluwemassief. Hier in Arnhem zat ook het gebouw van de Postbank, wat ik altijd verwarrend vond. Het zit zo: ter ere van G. A. Pos, de tweede directeur van de ANWB, werd op één van de hoogste punten in het gebied – in 1921 – een bank gebouwd: de Posbank. Op de weg staan verkeersborden die wijzen die kant uit, naar die stenen bank met dat mooie uitzicht met Paviljoen de Posbank er naast.

De Posbank, een stip centraal aan de horizon

Deze foto – s – is – zijn – genomen aan de andere kant van dit gebied, in Rheden.

Met Izzy
Foto Door

Weekend

Stukje bij beetje dringt tot me door dat dit zijn geen tijden zijn voor watjes. Ik loop daarom dagelijks een ronde door de natuur, vaak dezelfde gebieden, rondom Arnhem waar ik vaak heen fiets. Soms pak ik de bus omdat Ayla – hond – bij me is en soms neem ik de trein, alleen of met René – vriend – of Marijke – zus – of anderen, wekelijks loop ik met het wandelgroepje van Door. Elke maandagochtend een andere bestemming, bijvoorbeeld Mariendaal, de Posbank, Duno of het Bergherbos bij Beek. Volgende keer: de Wodanseiken – 400 tot 600 jaar oud – in Wolfheze, en voor mij is dan het weekend begonnen. Op maandag en dinsdag ben ik vrij!

Ochtendnevel

Maandagochtend is mijn ‘zaterdagochtend’, en dinsdag is mijn ‘zondag’ een dag om uit te slapen, wat ik een hele poos niet meer kon, omdat mijn ritme te streng was. Om 6.30 uur opstaan, en rond 8.15 de deur uit om te werken of te sporten was een uitdaging. Nu de zomertijd weer voorbij is word ik om 5.30 wakker en moet mijn best doen om te streamen. Ik ben ritme-gevoelig en dat is goed om te weten want ik heb daar rekening mee te houden, en ja, ik hou van dansen.

Weerspiegeling in het water

Op dinsdagavond, mijn zondagavond bereid ik mij voor op de komende werkweek, zorg dat het huis is opgeruimd, net als ikzelf. Zijn er nog dingen die moeten gebeuren, doe het nu want de komende dagen heb ik daar geen tijd meer voor. Mijn agenda is gevuld, met hier en daar wat lege ruimte, voor spontane invallen.

IK
Foto Door

Hormonen

Ik heb een hormoongevoelige tumor gehad in mijn rechter borst, die geamputeerd is, en draag een uitwendige prothese. Daarna heb ik chemotherapie gehad en heb ik me laten bestralen, waardoor een inwendige prothese niet meer mogelijk is omdat de celstructuur van de huid gesloopt is. Mijn menstruatie is tijdens de behandeling abrupt gestopt, nooit weer terug gekomen, wat ik wel jammer vond. Het is nu 10 jaar geleden, ben inmiddels de 60 gepasseerd.

Ik mocht/mag geen medicijnen gebruiken die mijn hormoonhuishouding beïnvloeden, tegen overgangsverschijnselen, de overgang die vrij vlot voorbij was. Ik leef sindsdien met het ritme van de maan, eet ook geen vlees van dieren die hormonen toegediend hebben gekregen. Sowieso eet ik weinig dieren, want ik hou van dieren, en koop ik enkel producten van biodynamische landbouwbedrijven die geen bestrijdingsmiddelen gebruiken.

Ik heb mij niet laten prikken omdat mijn lichaam ‘nee’ zei en omdat er, zoals later bleek maar weinig bekend is over de invloed van het vaccin op de hormoonhuishouding. Er gaan geruchten rond die me vertellen dat er vrouwen zijn wiens menstruatie verstoord is geraakt na de inenting. Een enkele keer liet ik mij testen want voor de QR-code ben ik niet bang, maar ik weiger mij op te offeren.

Ik laat mij niet van de wijs brengen door mensen die mij in het hok plaatsen van ‘asociale stommeling’ en voel me geroepen om uit te breken. Mijn weerstand tegen deze naargeestige groepsdruk – ik hou mijn hart vast – groeit met de dag. Het vertrouwen in mijn gevoel is groter dan in de geneeskunde, net als mijn vertrouwen in de regering. Hoe lang duurt dit nog en hoe ver gaat dit, gedoe?

Het oprukkende jeneverbessenbos op de Hoge Veluwe

Ik geloof wel in de helende werking van dagelijks wandelen in de natuur, door weidse lansschappen, stekelige bosjes, langs de oevers van rivieren die ons omringen. Ik geloof ook in de wijsheid van mijn lichaam dat me vertelt wat ik moet doen, en oefen mijn geest door elke dag te beginnen en af te sluiten met – Zen – meditatie. Ik ben niet van plan om mij te laten prikken, omdat het voor mij geen oplossing is voor de crisis waar we nu in zijn beland.

Beuk

In Lichtenbeek – landgoed in Oosterbeek – staat een beuk, bovenaan een helling op het westen, waar biologisch geboerd wordt. Er omheen ligt een oeroud bos met veel beuken maar deze staat alleen, terwijl ze graag in groepen staan.

De beuk was ooit gigantisch en er stond een huis bij, in vervlogen tijden – van horen zeggen – maar ik heb hem/haar nooit gezien voordat de bliksem hem/haar trof. Beuk was daarna nog steeds indrukwekkend, bijna intimiderend met een kale stam, hoog naar de hemel reikend. Beuk werd nog eens getroffen, tot er een korte stomp van over was.

Op een snikhete dag in een zomer viel me het malse gras op rondom Beuk, terwijl de rest van de akker uitgedroogd was. Ik vroeg mij af hoe dat kon, en las dat dooie bomen hun wijsheid doorgeven aan de omgeving.

Beuk in Lichtenbeek

Vorig jaar hebben Max, Ellen – vrienden – en ik de boom omarmd, tijdens de schemering om de zonnewende te vieren, in december. We konden elkaars handen net raken, zo dik was die stam nog altijd. In de vlier die er naast groeit hing een dun plaatje hout met een reflector, dat ik mee nam naar huis.

Van het voorjaar lag er opeens een brok naast, die los had gelaten, van de beuk. Voor de rest stond hij/zij nog fier overeind, in weer en wind, met puntige uitsteeksels die richting gaven, tot nu toe.

Beuk heeft zijn/haar regerende vermogen verloren en staat er treurig bij, ontwapend, nadat een kolonie wespen zich heeft gevestigd in zijn/haar binnenste. Binnenkort zal ik daar weer plaats nemen op de scheefgezakte bank die er naast staat, om aan het einde van de middag de grote vuurbal onder te zien gaan, in het westen.

Engel

Herman – Hermantje – Boek was mijn vriendje, in Glane. We speelden vaak bij mij vanwege mijn grote verzameling poppen. Herman hield ook van de Barbies, een erfenis van mijn oudere zusjes. We speelden bevallinkje in het grote bed van mijn ouders, hij kreeg het kind – een pop – en ik was dan de vader. Op mijn vijfde verhuisden wij naar Losser, de gemeente waar Glane onder valt. Het gezin Boek, Broer, Lenie, Herman en Jantje trok in ons huis aan de Weertstraat, waar ik geboren ben. In Losser kwam hij soms bij ons overblijven tussen de middag. ‘Betsie, ik ben zat’ zei hij dan als ie zijn buikje vol had.

Ik zat op de Mariaschool, en de Basis, hij op de Wegwijzer. Ik ging naar het Carmellyceum in Oldenzaal … en toen verloren wij elkaar uit het oog, ik weet niet waar hij heen ging. Ik ging naar Nijmegen om te studeren, af en toe zag ik hem of hoorde wat over hem. Tante Lenie kwam wel regelmatig op haar Solex bij ons langs aan de Gronausestraat, waar ik ben opgegroeid. Daarom weet ik dat Herman bij de thuiszorg ging werken, in Losser woonde en trouwde met zijn vriend Han.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG_5734.jpeg
Herman en ik in 1964

Heel veel later heb ik hem weer gezien, op de begrafenis van mijn vader in 2002, nog later ben ik met mijn moeder bij Lenie langs geweest in Glane. Weer later ruimde Bernadet – nicht – oude foto’s op en bracht Marijke – zus – in de zomer van 2019 dit kiekje voor me mee. Precies een jaar geleden, op 22 mei 2020 is hij overleden, sindsdien is Herman, geboren op 7 juli 1961, mijn engel, altijd in gedachten aanwezig. Als je zijn letters husselt kun je Arnhem spellen, mijn woonplaats.

Walking & weighing

Bovenal, verlies je verlangen om te wandelen niet: ik wandel mezelf elke dag in een staat van welbevinden en wandel weg van ziekte; ik heb mezelf in mijn beste gedachten gewandeld, en ik weet van geen gedachte die zo bedrukt dat men er niet van weg kan wandelen … maar door stil te zitten, en hoe meer iemand stil zit, hoe dichterbij komt het ziek voelen… Dus wanneer iemand blijft wandelen, zal alles goed komen. Søren Kierkegaard, brief aan Jette (1847)

Solvitur ambulando. ‘Het is opgelost door te wandelen’.

Walking

Dit citaat komt uit het boek ‘The Songlines’ van Bruce Chatwin, verschenen in 1987.

https://en.wikipedia.org/wiki/The_Songlines

Ik heb de Nederlandse vertaling ‘ De gezongen aarde’ ooit gelezen, dat was voordat ik dagelijks aan de wandel ging om Tati (1999 – 2016), mijn hond uit te laten. Nu heb ik de oorspronkelijke verzie van het boek gelezen, terwijl ik nog steeds elke dag de benen neem, appeltje mee, lopen.

In de vroege Christelijke Kerk bestonden er twee manieren van pelgrimage: ‘wandelen voor God’ (ambulare pro deo) in navolging van Christus of van vader Abraham die de stad Ur verliet en in een tent ging wonen. de tweede was de ‘penitentionele pelgrimage’: waarin van criminelen, schuldig aan ‘enorme misdaden’ (peccata enormia) de rol van reizende bedelaar werd vereist, in overeenstemming met vastgesteld tarieven – met hoed, beurs en stok – om onderweg verzoening te vinden. Het idee dat wandelen gewelddadige misdaden oplost gaat terug naar de afgedwongen omzwervingen van Kain om boete te doen voor de moord op zijn broer.

Weighing

Nog een citaat uit The Songlines, waarin de pelgrimage wordt beschouwd.