Ik heb van mijn moeder geleerd om altijd heel veel medelijden te hebben, inclusief zelfmedelijden. Dat is niet hetzelfde als medeleven, sterker: het is heel iets anders waar je veel meer aan hebt. Het komt wellicht voort uit het Christelijke geloof in Jezus aan het kruis. In elk geval heeft het mij niet of nooit geholpen zoals medeleven dat wel doet. Het heeft er voor gezorgd dat ik meteen – onterecht – een hekel aan de man kreeg. ‘Elk huisje heeft een kruisje’ zei ze er nog bij, maar nu is het genoeg. Ik steek graag kaarsjes op in de Martinuskerk in de Steenstraat en sinds kort ook in de Eusebiuskerk in het centrum van Arnhem. Het gebouw is niet meer gewijd maar staat en ligt wel vol met religieuze voorwerpen, waaronder een compleet klokkenspel. De grote bronzen klok die wonderlijk heel bleef na de Slag om Arnhem ligt op de hardstenen vloer. Naast haar twee kleintjes, je kunt er in kijken en over grafstenen lopen van rijke stinkerds. Er is een gerestaureerde muurschildering die vernield is tijdens de 80-jarige oorlog waarin Nederland zich losmaakte van het katholieke Spanje. Het praalgraf van Karel van Gelre met een figuur dat zijn eeuwenoude harnas draagt en een protestante kansel. Hoe meer ik weet over de geschiedenis hoe minder medelijden met ons heb ik en des te meer medeleven.
Op maandagochtend in het Herikhuizerveld overweeg ik mijn stappen.